February 09, 2007

Winner of the World Press Photo of the Year 2006


Young Lebanese drive through devastated neighborhood of South Beirut, 15 August, 2006

Remember this one? It was argued that it was photoshopped. Well, it isn’t. The photographer, Spencer Platt, just won the World Press Photo with it.

And whether you like it or not, but I am just writing a story about the sunni - shia divide today, and this picture tells it all.

World Press Photo jury chair Michele McNally describes the winning image: "It's a picture you can keep looking at. It has the complexity and contradiction of real life, amidst chaos. This photograph makes you look beyond the obvious."

7 comments:

Unknown said...

I am sorry you saw sunni/shia in this picture. The diappearance of the middle class has affected all religions and sects. The people in the car might as well be shia, with the ones in the background sunni, depending on where that picture was taken.

Anonymous said...

that's an interesting twist indeed... because the first time you posted it, I remember you called them the 'Ashrafiyeh crowd', right? Different times, different divide?

Anonymous said...

You're both right; it is not really the religion of the girls in the car that is the issue; they could be anyhthing. Although the ones in the background are most likely to be shia. I thought at the time they probably were Ashrafiye crowd, but now I'm thinking they could be anybody. It shows the divide in Lebanese society at the moment between the shia, who are at the bottom of the pyramid right now, versus the 'rest' of the Lebanese, who may not be affluent necessarilly, but who are happy with the status quo, and would rather prefer it to keep it that way. They want Hezbollah to stop this movement, so they can get on with their lives the way it was. But the shia do not want to go on the way things were. That's how I see it.

Anonymous said...

Basically what I found most interesting in this picture is the lack of empathy.Totally oblivious to these people's predicament, they come and look, and what's more, they come with a look on their face. The one with the kleenx in front of her mouth really gets the cherry. That look! Priceless. (You know the Mastercard Ads?) Now I do exactly the same, be it under the cover of journalist, but there is an overall lack of empathy within Lebanese society, because one does not recognize other groups (read religions) as being fellow Lebanese, or as being similar. They are different. And that is what this picture shows. The acknowledgment of difference.

Michael van Eekeren said...

Sensatiezucht, het is o zo menselijk. En, zouden de rijke jongelui zich niet tóch ook zorgen maken om de schade en dus de economie van hun land en dus indirect voor hun eigen goedgekochte hachje?
Wat ik heel mooi vind aan de foto is dat er een rare omkering in zit: de gebombardeerde stad Beiroet op de achtergrond, het onderwerp van de foto en het nieuws, lijkt eigenlijk een beetje gewoon en saai vergeleken bij de voorgrond: die mooie lange cabrio, met die aantrekkelijke jonge lui erin. Dáár zit te prikkeling. Dát is eigenlijk het onderwerp van de foto. Het heeft te maken met de rare half gedraaide houding van de dame in het witte strakke shirt voorin en inderdaad het schijnbaar totaal onnodige doekje van de dame achterin. Ook de wandelaars lijken onverschillig, ze storen zich niet aan de cabrio en kijken niet naar de gebombaardeerde stad. Dus inderdaad het onderwerp van de foto is de onverschilligheid in Beiroet. The acknowledgment of INdifference?

Anonymous said...

One of the girls (the one in a white top) is a Maronite who lives in the Dahieh.

So when Israel was reassuring the world that they were bombing just the Shiites, this Christian girl was also one of the thousands affected.

Unknown said...

Vandaag in het NRC:
De wereld dacht dat de vijf jongeren op de foto die vorige week werd verkozen tot World Press Photo 2006, rijke Libanezen waren die aan oorlogstoerisme deden. Het echte verhaal is anders.

Voor Spencer Platt, een Amerikaanse fotograaf van het agentschap Getty, was 15 augustus 2006 een hectische dag. Het was de tweede dag van het staakt-het-vuren na de 33-daagse oorlog van Israël tegen Libanon. De dahiye, de zuidelijke buitenwijken van Beiroet waar de shi’itische verzetsbeweging Hezbollah de scepter zwaait, was met de grond gelijkgemaakt. Overal vandaan trokken Libanezen – shi’ieten, soennieten en christenen – naar de dahiye: sommigen om de schade aan hun huizen te inspecteren, anderen uit nieuwsgierigheid.

„Ik wilde net teruggaan naar mijn hotel toen ik in mijn ooghoek een rode auto zag”, zegt Platt telefonisch vanuit New York. „Ik heb vier of vijf keer geknipt, maar slechts één beeld was bruikbaar. Ik heb dit beeld opgestuurd samen met zo’n 25 andere foto’s die ik die dag had gemaakt.”

Hij had er geen idee van dat de foto van de hippe Libanezen die in een cabriolet door een verwoeste woonwijk rijden een iconisch beeld zou worden, een symbool voor de oorlog in Libanon. „Ik vond het een goeie foto. Het is ook Libanon. Het is belangrijk om clichébeelden van vluchtelingen te maken want dat is de realiteit van een oorlog. Maar er is ook een andere kant van Libanon, die van de jonge, rijke mensen.”

Maar de geportretteerden, Jad (22), Bissan (29), Tamara Maroun, Liliane Nacouzi (22) en Noor Nasser (21) voelden zich helemaal niet ‘fabulous’ die dag. Ze zijn samengekomen in het appartement van Bissans verloofde Wissam Awad in de christelijke wijk Achrafieh. Tamara, de blondine op de foto, is de enige die er niet bij is. Wel van de partij is Lana El Khalil (25), de eigenares van de rode sportauto. Nu ja: het is eigenlijk een oranje Mini Cooper. En ze willen dat de wereld een aantal dingen weet over de World Press Photo.

„Zie je die sticker op het dashboard?”, zegt El Khalil, terwijl ze naar de foto wijst. „Dat is een sticker van Samidoun, een vrijwilligersorganisatie die tijdens de oorlog werd opgericht om slachtoffers te helpen.” El Khalil was lid van een linkse groep activisten die een sit-in hield voor de Palestijnse zaak toen de oorlog begon. „Nadat de eerste bommen waren gevallen zijn we onmiddellijk begonnen met hulpverlening. Ik heb mijn appartement in Hamra afgestaan aan vluchtelingen uit het zuiden, en ben weer bij mijn ouders gaan wonen.” De eerste oorlogsdagen reed hij in de dahiye rond om dakloze mensen op te pikken en hen naar opvangcentra te brengen. Later bracht El Khalil noodhulp naar de inwoners die waren achtergebleven in de dahiye. Hij reed in de oranje Mini Cooper die het symbool zou worden van harteloosheid van mooie, jongen mensen uit Libanon.

De anderen komen allemaal uit de zuidelijke buitenwijken van Beiroet: vier uit de dahiye, eentje uit de belendende wijk Shiya. Noor is de enige moslim in het gezelschap, de anderen zijn christenen. Haret Hreik, het hart van de dahiye, was oorspronkelijk een christelijke wijk.

Jade, de jongen die de auto bestuurt, zegt dat hij twijfelde of het wel een goed idee was om het dak open te gooien. „Ik was bezorgd dat het een slechte indruk zou maken. Maar we waren met vijf, het was warm en we wilden allemaal een goede indruk krijgen van wat er met onze wijk was gebeurd.”

Ze leerden elkaar kennen in een hotel in Hamra waar ze onderdak kregen toen ze hun huizen in de dahiye moesten ontvluchten. Daar ontmoetten ze Lana El Khalil, die hen haar auto zou uitlenen. En de sexy kleren, de modieuze zonnebrillen? „Sorry, maar wij zijn Libanezen en wij zien er graag goed uit. Het is het contrast met de verwoesting op de achtergrond dat tot het misverstand heeft geleid.”

„Je moet begrijpen”, zegt El Khalil, „dat een glamoureuze uitstraling heel belangrijk is in Libanon. Het overstijgt het klassenverschil. Ook als je niet rijk bent kun je er glamoureus uitzien.” Niemand op deze foto, benadrukt Bissan Maroun, komt uit de bourgeoisie. „Kijk naar onze gezichten op de foto: we zijn ontsteld over de verwoesting van onze wijk.”

Ze erkennen dat er in Libanon oorlogstoerisme is geweest en dat sommige rijken de hele oorlog door hebben gefeest. ,,De foto geeft een interessant beeld. Het is alleen jammer dat het niet klopt.”

En er is iets aan de hand met de manier waarop de wereld naar Libanon kijkt, zeggen ze. Jade vertelt over een foto waarop een man voor zijn verwoeste huis naar de radio luistert. Volgens hem had dat de World Press Photo moeten worden. El Khalil zegt: „Deze foto versterkt het beeld in het westen dat de oorlog alleen slachtoffers maakt onder mensen met wie zij zich niet kunnen identificeren.”

Fotograaf Platt wist tot afgelopen weekeinde niet wie de vijf jonge mensen op zijn bekroonde foto waren. „Het is nooit mijn bedoeling geweest een oordeel te vellen over deze mensen. Ik heb echt geen politiek statement willen maken.”